http://www.mapuche.nl/

Chili 20 jaar na de staatsgreep
Links opbouwen van onderop
Alex de Meijer

Rudecindo Quinchavil (45) en Dario Mercado (44) kwamen na een periode van drie jaar in Pinochets gevangenissen in 1986 naar Nederland. Beiden waren lid van de Movimiento Izquirda Revolucionario (MIR) toen Pinochet in 1973 via een staatsgreep aan de macht kwam. Twintig jaar later zijn beiden sympatisant van de vorig jaar in Chili opgerichte Partido dos Trabajadores (PT), die een nieuwe politiek 'van onderaf' voorstaat, en lid van de Stichting Mapuche Indianen Chili. Een interview.

Als zovele landen kende Chili vanaf eind jaren zestig een periode van veel aktivisme. Rudecindo, kortweg Rude, trok als student van de Universiteit van Santiago naar het platteland, om de boeren te organiseren, de Mapuche in het bijzonder. Hij is zelf Mapuche, in een reservaat geboren. Dario, afkomstig uit de havenstad Valparaíso, werd als student landbouwkunde in 1968 lid van de MIR. Hij was aktief in de bewegingen van studenten en landarbeiders.
Er waren eind jaren zestig twee dominante ideologieën in Chili's linkerzijde. Enerzijds die van de kommunistiese partij (CP), sterk vertegenwoordigd in de Unidad Popular (UP): de koalitie waartoe ook de socialistiese partij (SP) van de later vermoorde president Allende behoorde. De CP stelde dat Chili nog een feodale maatschappij was. Daarom moest de strijd anti-feodaal en anti-imperialisties zijn, maar niet anti-kapitalisties. De Chileense bourgeoisie moest gesteund worden om tot een industrialisatie van Chili te komen. Pas dan kon de strijd voor het socialisme gevoerd worden.
De MIR stelde dat de zogenaamde feodale kenmerken van de Chileense maatschappij ondergeschikt waren aan de kapitalistiese verhoudingen, maar dat nauwelijks sprake was van een nationaal kapitalisme. De strijd moest daarom tegelijk anti-kapitalisties en anti-imperialisties zijn.

Staatsgreep
De staatsgreep van het Chileense leger, onder leiding van Pinochet en dik gesteund door de Amerikaanse CIA, betekende een zware nederlaag voor links. Hoe kon het zover komen?
Rude: "Tussen '69 en '73 kende heel Latijns-Amerika een sterke anti-imperialistiese strijd, en een koördinatie daarvan in CONASUR. Mensen zagen in die tijd strijd en zelforganisatie als een werkelijk mogelijke oplossing voor uitbuiting en armoede. Maar tegenover de opkomende revolutionaire organisaties stonden de rijke mensen. De staatsgreep en de gruwelijkheid van de diktatuur geeft aan hoe groot de tegenstellingen waren."
Dario: "Het eigenbelang van Amerikaanse multinationals als ITT, maar ook (deels) Nederlandse als Unilever speelde een grote rol. Al in 1956 stelde Milton Friedman na een bezoek aan Chili dat de enige uitweg 'een regering met bijzondere kenmerken' was. Na de verkiezingsoverwinning van de Unidad Popular wist de MIR dat een diktatuur mogelijk was. Maar Allende's UP-regering koos voor de formeel-demokratiese weg. Men had veel illusies, een staatsgreep door het leger - 'een demokratiese institutie' - werd niet voor mogelijk gehouden. De UP, maar ook wij hebben toen onze eigen grote verantwoordelijkheid niet voldoende begrepen. Het volk werd niet echt voorbereid op verzet en gewapende strijd."

Rude en Dario verbleven allebei drie jaar in Pinochets gevangenissen en koncentratiekampen. In 1976 kwam er een Nederlandse missie, die een aantal gevangenissen bezocht. Sommige gevangenen werden uitgenodigd naar Nederland te komen. Dario: "Van de gevangenis werden wij rechtstreeks naar het vliegveld gebracht, waar slechts een kort afscheid van familie mogelijk was. Overigens kwam ik uit een zeer linkse familie. Ook een neef en mijn vader en moeder zaten in koncentratiekampen." Rude: "Ik kwam samen met een broer naar Nederland. Mijn broer heeft in 1981 geprobeerd terug te keren. Hij werd in Argentinië opgepakt, en is sindsdien vermist."

Gevangenis
Dario stelt dat hij vreselijk gemarteld is. Ook Rude is gemarteld, maar zegt er geen trauma aan overgehouden te hebben. Hoe ging het eraan toe in Pinochets gevangenissen?
Dario: "In de gevangenissen zat je met zes mensen in een cel van 2 bij 5 meter. Buiten het schoonmaken, douchen en eten had je niets te doen. Je kon wat werk verrichten in de drukkerij, maar daar kreeg je niets voor, dus dat weigerden we. Kulturele programma's waren heel schaars. Van 's avonds zes tot 's ochtends zes in een cel, samen met 'gewone' delinkwenten, gaf natuurlijk veel stress en onderlinge spanningen. Ook omdat je geen mogelijkheid had je gezin te onderhouden. Een gevangenis met een kapaciteit voor 300 gevangenen telde 900 gevangenen! Er was veel korruptie onder het personeel, dus voor geld was alles te krijgen. Van drugs tot sex, zelfs met kinderen. Het eten was slecht, behalve hetgeen je familie twee keer per week kon meenemen. 'Fout' gedrag werd beantwoord met straf. Dat kon isolatie zijn, lichamelijke straf (in elkaar slaan en dergelijke), kaal scheren of een paar dagen op brood en water.

"De koncentratiekampen bestonden uit houten barakken, omzoomd met prikkeldraad en wachttorens. Het eten was er iets beter dan in de gevangenis, je kon er wat tuinieren. Maar de bewakers waren echte pittbuls, erger dan in de gevangenis. Brieven werden gecensureerd en bezoek was onmogelijk. Alleen pakjes van familie kon je krijgen via het Rode Kruis of Amnesty. Organisaties die in Chili voornamelijk uit rijke mensen bestonden, die nog wel eens wat konden regelen voor verwanten. Voor ons zat dat er niet in, zodat pakjes vaak erg lang onderweg waren. Het eten wat wij kregen was eiwitarm, dus stopte je familie soms kaas in een pakje. Dat was blauw als 't eindelijk aankwam!
"We voerden veel politieke diskussies in de gevangenis. Als MIR-leden onder elkaar, maar ook met de kommunisten en socialisten. We schreven artikelen en smokkelden die de gevangenis uit: in schoenen, pakjes enzo. Er kwam ook MIR-materiaal de gevangenis in. We vierden de eerste mei, herdachten de moord op Miguel Enrique, een belangrijke MIR-leider, en de dood van Che Guevara.

Martelingen
Rude: "Het begin van de gevangenschap is vreselijk. Je weet niet wat er gaat gebeuren, je wordt immers in 't geheim gevangen gehouden en gemarteld. Ze kunnen alles met je doen: je kan 'vermist' raken (dood!) of naar een koncentratiekamp of gevangenis worden overgebracht. Bij mij duurde die onzekere periode anderhalve maand. Toen ik in een gevangenis kwam was ik bijna blij. Meer mensen weten dat je er bent, de kans is kleiner dat je dood of vermist raakt. Maar al gauw besef je dat niks zeker is, de DINA wist immers nog niet alles. Je kon opnieuw gemarteld of doodgeschoten worden. Het eerste jaar was het

moeilijkst: het doel van de DINA was toen de linksen te likwideren. Later werden ze wat selektiever, ook doordat ze meer ervaren raakten."
Dario: "Wij stonden ideologies sterk in onze schoenen, en dat was erg belangrijk voor de moraal. We hadden veel tijd tot nadenken. Je kwam òf gesterkt uit de gevangenis, òf gebroken. Wij zijn aktief gebleven, maar sommigen wilden niks meer van politiek weten. Overigens: pijn en vernedering kunnen ertoe leiden dat zelfs kanjers van mensen na een paar dagen doorslaan. De mensen die ze aangaven waren dan even later dood of vermist. In het begin behandel je iemand die doorslaat als verrader: hij wordt totaal geïsoleerd, of 'aangepakt' tijdens het voetballen. Later is er natuurlijk meer kans voor nuance. Je gaat het verschil zien tussen mensen met een kleinburgerlijke mentaliteit, die elke kans aangrijpen om ten koste van anderen hun huid te redden, en zeg maar de kwetsbare mensen. Die kan je beter helpen, voorkomen dat ze de prooi worden van de veiligheidsdienst."

Apathie
In het Westen wordt vaak hoog opgegeven over het ekonomies sukses van Chili. Het is een van de weinige Latijns-Amerikaanse landen dat imiddels is begonnen met de terugbetaling van de (lage) buitenlandse schuld (dus niet alleen de rente). Dit verhaal kent echter ook een keerzijde. De grote, exportgerichte bedrijven en de rijke bovenlaag van de bevolking varen inderdaad wel bij talloze belastingvoordelen en het vrijwel ontbreken van importbeperkingen. Maar de 10,5 procent groei van de ekonomie is ten koste gegaan van het armste deel van de bevolking. Meer dan vijf miljoen mensen (van de dertien miljoen) leeft op dit moment onder de armoedegrens. Ook is Chili volledig aan het buitenland overgeleverd. Alles is geprivatiseerd en verkocht aan multinationals, van de belangrijkste strategiese bedrijven tot gezondheidszorg en onderwijs: de laatste zijn in toenemende mate alleen nog weggelegd voor de rijken. Hoe vertaald zich deze situatie op politiek nivo?

Dario: "Daarvoor moet ik eerst iets uitleggen. Chili kent al een demokratiese traditie vanaf eind vorige eeuw, met politieke en sociale organisaties. Voor 1973 waren alle organisaties sterk gepolitiseerd, afgevaardigden in bijvoorbeeld vakbeweging, studenten-, boeren- en buurtorganisaties werden gekozen op basis van hun politieke overtuiging. De staatsgreep in 1973 was een zeer grote nederlaag: noch de politieke organisaties noch de vakbonden wisten zich gedurende de jaren zeventig te hergroeperen: infiltratie en ideologiese ontreddering deden hun werk. Alleen de MIR - met vele stromingen - en de CP wisten zich te organiseren. Begin jaren tachtig ontstond grotendeels spontaan een sterke onafhankelijke beweging: vakbonden, studentenorganisaties, buurtkomitees, organisaties van familieleden van vermisten of politieke gevangenen, mensenrechtenkomitees. Ze bereikten hun hoogtepunt in 1983. Geen van de links organisaties kon er echter een programma of strategie in naar voren brengen. Na 1986 viel de beweging uit elkaar en gingen de mensen gokken op verkiezingen onder toeziend oog van Pinochet."
Rude: "Dat kwam omdat de kommunistiese partij te optimistiese verwachtingen kreeërde. Ze pleegde enkele gewaagde aanslagen, en stelde dat het verzet Pinochet snel zou kunnen verdrijven. Van '84 tot '86 was er elke maand een grote mobilisatie. In 1980 had de diktatuur echter al haar doelstellingen bereikt. Pinochet had zijn nieuwe grondwet aan het volk opgelegd. Een grondwet die

toekomstige regeringen heel veel beperkingen oplegde. De rechtse partijen (de CD, christendemokraten) en de vakbeweging (CUT) hadden eraan meegewerkt, of in elk geval meegediskussieerd. In 1986, toen de massabeweging uitgeput was, konden de onderhandelingen over een overgang op Pinochets voorwaarden beginnen. De toen onstane apathie bestaat nu nog steeds bij belangrijke delen van het Chileense volk. De CP is na de val van de Muur uiteengevallen, links heeft haar waardigheid verloren. Zodoende kon de CD de overgang leiden; de partij die nota bene zelf aan de staatsgreep heeft meegewerkt! Aylwin, de huidige president, stookte tijdens de regering Allende het vuurtje aan, in de verwachting dat het leger de macht na een paar jaar zou overgeven aan de CD. Dat heeft dus meer dan vijftien jaar geduurd!"

Arbeiderspartij
Dario: "De CUT is tegenwoordig net zo'n vakbeweging als hier, waar gepraat wordt in termen als 'sociale partners'. De politisering is grotendeels weg. Er zijn wel een aantal andere organisaties aktief gebleven. Van de inheemse volken en boeren, in de krottenwijken, en een zeer radikale studentenbeweging. In deze situatie ontstond het idee van een 'andere politiek': niet meer een partij die van boven naar beneden werkt, maar naar de mensen toe gaan, luisteren en daarvanuit een strategie ontwikkelen. Tegenover de vakbondsburokratie ontstond de Movimiento Autonomista Syndical: de arbeiders in de kopermijnen probeerden een vakbond van onderop te organiseren, zonder vaste presentatie van de politieke partijen en zonder burokratiese leiding. Vanuit deze MAS, de beweging van inheemse volken en diverse losse militanten werd vervolgens begonnen aan de opbouw van de Partido dos Trabajadores."
Vorig jaar vond de formele oprichting van de PT plaats, maar de opbouw is een proces. De partij is nog volop in ontwikkeling, een eigen presidentskandidaat bij de verkiezingen op 11 december lukt nog niet. Dario: "De PT heeft deels wel dezelfde ideologiese achtergrond als de oude linkse partijen, maar de opbouw vindt nu meer van onderop en zeer demokraties plaats. Er is veel diskussie. Probleem is dat er nooit een werkelijke analyse van de Chileense situatie is geweest. Er is bijvoorbeeld nooit een konkreet voorstel gedaan voor de situatie van de inheemse volken. Er werd altijd gesproken over 'Chilenen' of over 'boeren', campesinos. Zelfs de MIR vergat de oorsprong van de Latijns-Amerikaanse revolutie te zoeken in het verleden van de inheemse volken."

Mapuche
De PT maakt een belangrijk punt van de zelfbeschikking van de oorspronkelijke Chileense bevolking. Rude:"Het gaat voornamelijk om de Mapuche, totaal zo'n 1 miljoen. Van hen wonen er zo'n 350.000 in de grote steden, waar ze soms een belangrijke rol spelen: zo zijn ze sterk aanwezig in de CUT bij de grote banketbakkerijen. De meeste Mapuche wonen echter op het platteland, voornamelijk reservaten; na de laatste grote opstand van het Mapuche-volk tegen het Chileense leger, in 1883, werd hun grond afgepakt en werden ze in reservaten gedreven.
"De Mapuche zijn altijd georganiseerd geweest, maar in organisaties onder invloed van de politieke partijen. Onder Pinochet werd Ad-Mapu opgericht vanuit de CP, SP en MIR. Op zich niet slecht, maar histories gezien hebben de Mapuche een andere organisatievorm. Bovendien betekende dit dat de terugvorderingen

van ons volk gedomineerd werden door partijen zonder konkrete analyse. Dus kwesties als taal en kultuur, autonomie en eigen grondgebied werdn niet naar voren gebracht.
"Tijdens de overgangsperiode, toen de partijen kandidaten konden stellen, ontstond ruzie binnen de koalitie van CP, SP en MIR, dus ook binnen Ad-Mapu. Dat leiddde tot een splitsing, er is nu geen enkele organisatie van het Mapuche-volk of de inheemse volken meer. Er zijn verschillende initiatieven. Op kultureel vlak, van het maken van handwerk tot het opzetten van een dokumentatiecentrum, om onze geschiedenis te herschrijven. Daarvoor wordt nu meer materiaal van over de hele wereld bijeengehaald dan uit Chili zelf. In Chili was het Mapuche-volk beroofd van haar identiteit, en dat is nog lang niet hersteld. Er vindt binnen de organisaties veel diskussie plaats, over identiteit, kultuur etc. Maar er ligt nog een taak om al deze initiatieven tot een eenheid te maken. De meeste Mapuche-organisaties zijn voor autonomie, met als belangrijkste eis een eigen autonoom grondgebied. Het Mapuche-volk heeft overigens ook haar eigen religie, en drie jaar geleden is een eigen alfabet goedgekeurd."

http://www.grenzeloos.org/